PNP en NPN transistoren |
Het schemasymbool voor de transistor ziet er als onder getekend ongeveer uit. Dikwijls wordt de transistor
ook getekend als onder maar dan met een cirkel er om. Maar in beide gevallen kunnen we zien of we te maken
hebben met een NPN of PNP transistor. Wat dat inhoud vertellen we later nog precies. De aansluitingen B, C
en E hebben de volgende betekenis: B = Basis - C = Collector - E = Emitter. Hier enkele voorbeelden van de
diverse vormen die een transistor kan hebben, de diverse vormen kunnen op hen beurt weer gebruik worden in
verschillende toepassingen. Deze benamingen zijn voor alle typen gelijk. De transistor maakt een groot
aantal functies mogelijk...
Ze kan signalen: versterken, vervormen, gelijkrichten, schakelen, verzwakken, laag ohmig maken, stabiliseren,
begrenzen en meten. En dan hebben we nog lang niet alle mogelijkheden gehad. Een transistor kan net als in
vorige editie van de diode. ook zeer heet worden en daarom worden ze dan ook wel eens op een koelplaat
gemonteerd. Er bestaan ook zogenaamde hoog frequent transistoren. Die bijvoorbeeld in radio en televisie
apparaten worden gebruikt, let daar wel bij op dat de benodigde draad aansluitingen zeer kort moet worden
gehouden. Dit om eventuele storing te voorkomen. Ook bestaan er zogenaamde foto transistoren. Deze transistor
is voorzien van een optisch lensje om het invallende licht te bundelen. De transistor vormt het licht dan om
tot een elektrische stroom ze kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor licht metingen of in een lichtsluis
In onderstaande tabel staan veelgebruikte transistoren verdeeld in PNP en NPN
|