Romeinse cijfers  Deze pagina afdrukken



In het oude Rome gebruikten de Romeinen niet onze Arabische cijfers, maar letters. Elke letter staat voor een getal: I = 1, V = 5, X = 10, L = 50, C = 100, D = 500, M = 1000. Door die getallen van links naar rechts op te tellen of af te trekken kan de waarde worden bepaald. De regel is: tel de getallen bij elkaar op, tenzij het volgende getal hoger is dan het voorgaande getal. Trek dan het eerste van het tweede af.

Alleen de I, X en C kunnen vóór een hoger getal staan en dan alleen voor de twee volgende letters uit de reeks. Vroeger was het gebruikelijker dan nu om jaartallen in de vorm van Romeinse cijfers te schrijven, vooral in muurstenen en in boeken.

V, L en D worden in een getal slechts eenmaal gebruikt.
I, X en C kunnen ten hoogste driemaal naast elkaar staan.
Het hoogste cijfer staat vooraan.

Als er een cijfer van een lagere waarde tussen cijfers met een hogere waarde staat, moeten we gaan rekenen. Trek de waarde van het middelste cijfer af van de waarde van het cijfer rechts daarvan.

Calculator voor Romeinse cijfers

Nummer (1-3899):
Romeins getal:

1000's100's10's1's
1000M
2000MM
3000MMM
100C
200CC
300CCC
400CD
500D
600DC
700DCC
800DCCC
900CM
10X
20XX
30XXX
40XL
50L
60LX
70LXX
80LXXX
90XC
1I
2II
3III
4IV
5V
6VI
7VII
8VIII
9IX

Voorbeelden

Bijvoorbeeld XIV. Hier staat 10 + (5 - 1), dus 14. / MCM is 1000 + (1000 - 100) = 1900. / MMCM en dan zijn we 1000 jaar verder = 2900. / Probeer de bovenstaande calculator voor alle berekeningen. Typ b.v. in het bovenste invoerveld een decimaal getal in van 1 tot 3899 of in het tweede invoerveld een romeins getal, de uitkomst wordt direct getoond.